...............................................................60 woorden
a = antwoord
...............................................................
...............................................................
v: vragen
Aantal: 60 woorden.
...............................................................
praten
zich wassen
liever hebben
kopen
heten; roepen
eten
betalen
zetten; leggen
toestaan
beloven
------
geloven
kennen
verschijnen
verdwijnen
herkennen
geven, aanbieden
bedekken
lijden
ontdekken
openen
------
volgen
vervolgen
moeten
ontvangen
zeggen
drinken
doen; maken
kunnen
gaan
willen
------
zijn
hebben
horen
verliezen
verkopen
antwoorden
wachten
pakken
leren
begrijpen
------
komen
terugkomen
waarschuwen
worden
zich herinneren
vertrekken
slapen
voelen
bedienen
uitgaan
------
liegen
kiezen
eindigen; afmaken; opeten
afvallen
groeien
lezen
verkiezen
schrijven
zich inschrijven
beschrijven
------
...............................................................
A: Antwoorden
Aantal: 60 woorden.
...............................................................
parler
se laver
préférer
acheter
appeler
manger
payer
mettre
permettre
promettre
------
croire
connaître
apparaître
disparaître
reconnaître
offrir
couvrir
souffrir
découvrir
ouvrir
------
suivre
poursuivre
devoir
recevoir
dire
boire
faire
pouvoir
aller
vouloir
------
être
avoir
entendre
perdre
vendre
répondre
attendre
prendre
apprendre
comprendre
------
venir
revenir
prévenir
devenir
se souvenir
partir
dormir
sentir
servir
sortir
------
mentir
choisir
finir
maigrir
grandir
lire
élire
écrire
s'inscrire
décrire
------