...............................................................66 woorden
a = antwoord
...............................................................
............................................................... v: vragen Aantal: 66 woorden. ............................................................... a big city a view a waste of time across attraction behind bookshop car park church cinema ------ city centre city map corner crossroads department store first, second, third get a taxi impossible in front of mosque ------ museum near next to pavement railway station signpost souvenir shop square swimming pool the post office ------ the town hall city council Council to cross the road to discover to go sightseeing to read a map to show the way trip turning ------ useful village next to near under above on behind opposite / across in front of ------ He is tall. The girl is taller than the boy. The man is the tallest of them all. strong - stronger - strongest fast - faster - fastest old - older - oldest young - younger - youngest thin - thinner - thinnest big - bigger - biggest This is an exciting place. ------ This place is more exciting. This is the most exciting place. good - better - best bad - worse - worst funny - funnier - funniest happy - happier - happiest

............................................................... A: Antwoorden Aantal: 66 woorden. ............................................................... een grote stad een uitzicht tijdverspilling tegenover attractie achter boekwinkel parkeerterrein kerk bioscoop ------ stadscentrum stadsplattegrond hoek kruispunt warenhuis eerste, tweede, derde een taxi nemen onmogelijk voor moskee ------ museum dichtbij naast stoep treinstation wegwijzer souvenirwinkel plein zwembad het postkantoor ------ Het gemeentehuis gemeenteraad Raad de straat oversteken ontdekken bezichtigen kaartlezen de weg wijzen uitstapje draaien, afslaan ------ handig dorp naast nabij / naast onder boven op achter tegenover voor ------ Hij is lang. Het meisje is langer dan de jongen. De man is de langste van allemaal. sterk - sterker - sterkste snel - sneller - snelst oud - ouder - oudste jong - jongere - jongste dun - dunner - dunst groot - groter - grootste Dit is een spannende plek. ------ Deze plek is spannender. Dit is de meest opwindende plek. goed - beter - Best slecht - slechter - slechtst grappig - grappiger - grappigst gelukkig - gelukkiger - gelukkigst