[Diversen Frans] {https://www.woordjesleren.nl/questions.php?chapter=192806} parler #[praten] se laver #[zich wassen] préférer #[liever hebben] acheter #[kopen] appeler #[heten; roepen] manger #[eten] payer #[betalen] mettre #[zetten; leggen] permettre #[toestaan {mettre}] promettre #[beloven {mettre}] croire #[geloven] connaître #[kennen] apparaître #[verschijnen {connaître}] disparaître #[verdwijnen {connaître}] reconnaître #[herkennen {connaître}] offrir #[geven, aanbieden] couvrir #[bedekken {offrir}] souffrir #[lijden {offrir}] découvrir #[ontdekken {offrir}] ouvrir #[openen] suivre #[volgen] poursuivre #[vervolgen {suivre}] devoir #[moeten] recevoir #[ontvangen {devoir}] dire #[zeggen] boire #[drinken] faire #[doen; maken] pouvoir #[kunnen] aller #[gaan] vouloir #[willen] être #[zijn] avoir #[hebben] entendre #[horen] perdre #[verliezen {entendre}] vendre #[verkopen {entendre}] répondre #[antwoorden {entendre}] attendre #[wachten {entendre}] prendre #[pakken] apprendre #[leren {prendre}] comprendre #[begrijpen {prendre}] venir #[komen] revenir #[terugkomen {venir}] prévenir #[waarschuwen {venir}] devenir #[worden {venir}] se souvenir #[zich herinneren {venir}] partir #[vertrekken] dormir #[slapen {partir}] sentir #[voelen {partir}] servir #[bedienen {partir}] sortir #[uitgaan {partir}] mentir #[liegen {partir}] choisir #[kiezen] finir #[eindigen; afmaken; opeten {choisir}] maigrir #[afvallen {choisir}] grandir #[groeien {choisir}] lire #[lezen] élire #[verkiezen {lire}] écrire #[schrijven] s'inscrire #[zich inschrijven {écrire}] décrire #[beschrijven {écrire}]