Themawoorden en schoolwoorden dansen Bewegingen maken op muziek. het deuntje Een melodietje dat je makkelijk kunt onthouden. het drumstokje Met dit stokje sla je op een trom. enzovoort Dit zeg je als je een aantal dingen hebt opgenoemd. Je vindt dat het zo wel duidelijk is en wilt niet nog meer opnoemen. feesten Feest vieren. muzikaal Mooi muziek kunnen maken. het optreden Een toneelstuk spelen of een concert geven voor publiek. het orkest Een grote groep mensen die samen een muziekstuk spelen. de snaar Een draad van metaal of plastic op bijvoorbeeld een viool of gitaar. Als je de snaar laat trillen, hoor je geluid. trommelen Op een trom slaan met houten stokken. volkomen Helemaal. de voorstelling Een toneelstuk spelen of een film laten zien.