...............................................................24 woorden
a = antwoord
...............................................................
............................................................... v: vragen Aantal: 24 woorden. ............................................................... de afspraak de agenda eergisteren eerst gisteren morgen nu overmorgen straks vandaag ------ volgend de volgorde afschuwelijk cool het gedoe hinkelen knikkeren lastig het moment onbelangrijk ------ schommelen skeeleren stom tikkertje

............................................................... A: Antwoorden Aantal: 24 woorden. ............................................................... Elkaar beloven om iets te doen. Een boekje waarin alle dagen van een jaar staan. De dag die vóór gisteren kwam. Waarmee je begint. De dag die vóór vandaag kwam. De dag die ná vandaag komt. Op dit moment. De dag die ná morgen komt. Over een poosje. Nu, op deze dag. ------ Wat erna komt. De manier waarop dingen na elkaar komen. Heel erg vies, heel erg lelijk of heel erg akelig. Stoer en leuk. De drukte om iets wat lastig is of moeilijk gaat. Op één been rondspringen. Een spel waarbij je bolletjes van glas ergens naartoe moet rollen. Niet makkelijk. Eén tel, heel even. Niet belangrijk. Je hoeft er niet goed op te letten. ------ Heen en weer bewegen. Rijden op skeelers. Heel vervelend of heel dom. Een spel waarbij je de ander moet aantikken.
VB: Antwoorden Aantal: 24 woorden. Teller begint bij : 21 ............................................................... In je agenda schrijf je afspraken op. Het is dus de dag na twee nachtjes slapen. De letters van het alfabet hebben een volgorde. Een lastige som is een moeilijke som.