[Themawoorden en schoolwoorder] [Blz 47] [Les 1 en 2] het amusement Dingen om mensen te vermaken, zoals een film of een voorstelling. applaudisseren Uit bewondering voor iets in de handen klappen. bovendien Ook nog, trouwens. gespannen Zenuwachtig, in spanning. nabootsen Imiteren, nadoen. passief Het tegenovergestelde van actief. Als je passief bent, doe je heel weinig of niets. het personage De persoon of rol die je speelt. suggereren Een bepaald idee geven, zonder dat je het duidelijk zegt of laat zien. verlichten Beschijnen met lampen. verwonderd Verbaasd [Les 9 en 10] aandikken Een verhaal mooier of spannender maken door het wat te overdrijven. amper Nauwelijks. de auteur De schrijver of de schrijfster. bestuderen Iets heel goed bekijken, zorgen dat je veel van iets weet. boeken verslinden Ontzettend veel boeken lezen. de boekenwurm Iemand die altijd leest. de encyclopedie Boek met informatie in tekst en plaatjes over allerlei onderwerpen, zoals dieren, planten of geschiedenis. de illustratie Een foto of tekening bij een tekst. de oplage Het aantal exemplaren dat van een boek wordt gedrukt. de pagina De bladzijde. raadplegen 1 Iets opzoeken in een boek; 2 iemand om raad vragen. het taalgebruik De manier waarop iemand woorden gebruikt. het volume De sterkte van het geluid. de voorkeur Wat je het leukst vindt.