Themawoorden en schoolwoorden Les 1 en 2: het amusement Dingen om mensen te vermaken, zoals een film of een voorstelling. applaudisseren Uit bewondering voor iets in de handen klappen. bovendien Ook nog, trouwens. gespannen Zenuwachtig, in spanning. nabootsen Imiteren, nadoen. passief Het tegenovergestelde van actief. Als je passief bent, doe je heel weinig of niets. het personage De persoon of rol die je speelt. suggereren Een bepaald idee geven, zonder dat je het duidelijk zegt of laat zien. verlichten Beschijnen met lampen. verwonderd Verbaasd het volume De sterkte van het geluid. de voorkeur Wat je het leukst vindt.